Thema fruit

Maandag had Fientje iets lekker en gezond meegebracht. Een appel! We bekeken de appel eens goed. Welke kleur heeft hij? Hoe ziet hij er uit? We ontdekten dat appels rood, groen of geel kunnen zijn en dat ze een steeltje hebben en een kroontje. Toen we de appel opensneden ontdekten we een klokhuis met pitjes! Natuurlijk mochten we ook eens proeven van de lekkere appels! De rode appels vonden we lekker zoet en de groene appels was toch wel een beetje zuur hoor!
We mochten een appel bestempelen met sponsen in de vorm van een stuk fruit.
We leerden ook een versje over een appel:
Appeltje groen ik geef je een zoen,
appeltje geel ik laat je heel,
appeltje rood sapperloot!
Hap en hop ik eet je op!

Dinsdag had Fientje een peer meegebracht. Een peer kan groen zijn, maar ook geel. Wist je al dat een peer ook een klokhuis heeft?
Vandaag mochten we een peer bestempelen met kurk. Met deze appel en deze peer worden wij op het einde van de week een fruitmannetje.
We deden oefeningen met het fruit: veel en weinig fruit. Er was veel fruit in de boom en weinig fruit in de fruitmand. Dit mochten we ook oefenen met de plasticine: appels rollen met de handen en in de boom of in de fruitmand leggen.
We leerden een liedje:
Kijk eens naar je appel,
kijk eens naar je peer,
kijk naar je banaantje er is nog veel meer.
Eet maar alles op, want fruit is gezond.
Stop het niet in je oren, maar stop het in je mond!

Woensdag werkten we verder aan onze peer of appel en speelde de juf tik tak in het thema fruit.
We speelden een gezelschapsspel over fruit: de boomgaard. We moesten zo snel mogelijk het fruit verzamelen voordat de raaf erbij kon!

Donderdag had Fientje bananen meegebracht. Bananen zijn geel en krom. Ze groeien aan een tros en de pel mogen we niet opeten! We dansten op het liedje: een grote banaan uit Afrika!

Vrijdag maakten we heerlijke fruitsla! We speelden ook een spel met de blinddoek: welk stukje fruit heb ik in mijn mond?